Blog

5 redenen waarom een AOV geen overbodige luxe is (Deel 1)

Flexibel werken is populairder dan ooit, al meer dan 800.000 mensen werken als zelfstandige en de verwachting is dat dit aantal verder zal toenemen.  Flexibel werken geeft de vrijheid om je eigen klussen te kiezen, te werken waar en wanneer je wil. Aan de andere kant brengt het ook de verantwoordelijkheid met zich mee om veel zaken zelf te regelen. Vooral zekerheid voor de toekomst is iets waar we liever niet te veel over nadenken, terwijl het grote consequenties kan hebben om dat niet te doen. Neem een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV): 600.000 ZZP-ers hebben geen enkele voorziening voor arbeidsongeschiktheid getroffen. Dat is veel, heel veel! Zeker als je je realiseert dat je veroordeeld bent tot maximaal bijstandsniveau  mocht je onverhoopt arbeidsongeschikt worden. Een minimale uitkering die dan ook nog aan allerlei voorwaarden gebonden is zoals het hebben van een partner met inkomen.

Waarom sluiten zo weinig ZZP-ers een arbeidsongeschiktheidsverzekering af? Te duur, te veel gedoe, een partner met een inkomen,  ieder heeft zo zijn eigen reden. Maar neem je daarmee ook niet een groot risico? En zijn die redenen altijd valide? In mijn columns ga ik in op de vijf belangrijkste redenen van zelfstandigen om geen AOV af te sluiten.

Reden 1: mijn partner heeft ook een inkomen

Dat klinkt als een logische reden. Waarom zou je geld steken in een AOV , als je partner ook een inkomen heeft en zelfs het grootste deel van het gezinsinkomen binnen brengt? Alle reden om geen AOV af te sluiten, toch? In een aantal gevallen gaat deze argumentatie zeker op. Verzekeren van een tweede inkomen is soms onnodig. Zeker als het inkomen beperkt van omvang is en je partner een hoog inkomen heeft. Toch is het altijd verstandig om daar goed over na te denken en te onderzoeken of een inkomen genoeg is. Een voorbeeld uit een recent onderzoek van Aegon onder ZZP’ers.

Maartje

Maartje en Klaas wonen samen met hun twee kinderen van 6 en 8 jaar oud. Maartje werkt drie dagen als zelfstandig schoonheidsspecialiste en verdient hiermee netto € 1.200,- per maand. Klaas heeft een prima baan als consultant en verdient netto € 2.800,- per maand.

Maartje heeft geen AOV afgesloten; Klaas heeft immers voldoende inkomen.

De maandlasten onder elkaar gezet, geeft toch een minder florissant beeld. De netto maandlasten van hun koopwoning bedragen € 1.450,- per maand. Met alle bijkomende vaste lasten zoals gas, water en licht, belastingen en dergelijke, benadert dit bedrag al gauw € 2.000,- per maand. En dat zijn alleen nog maar de echt vaste lasten. Kosten voor kleding, sportabonnementen, de krant en vakantie zijn hierin nog niet mee genomen. Maartje realiseert zich dat er dan nog maar een paar honderd euro om van te leven overblijft. Voor een gezin met twee kinderen!

Bij het wegvallen van het inkomen van Maartje zou het gezin onmogelijk in hun huis kunnen blijven wonen. Na het maken van deze snelle berekening, komt Maartje tot de conclusie dat een AOV in hun geval wel degelijk noodzakelijk is. 

Inkomen en lasten

Natuurlijk kan het een prima beslissing zijn om een tweede inkomen niet te verzekeren. Het advies aan elke ZZP-er: denk hier wel over na en maak eens een overzicht van je vaste en variabele lasten versus dat ene, resterende inkomen. En maak een weloverwogen beslissing!

Geplaatst op 17 mei 2016 door Arend Jansen

Expert op gebied van inkomensverzekeringen voor specifieke doelgroepen.
www.aegon.nl/zakelijk/inkomensverzekeringen/arbeid