Nieuws

87% van de ZZP'ers staat achter keuze voor ondernemerschap

Moeizamere tijden leiden niet tot twijfel bij ZZP'ers

ZZP’ers laten zich niet snel ontmoedigen. Ondanks de aanhoudende economische crisis moeten ze meer uren draaien in hun eigen bedrijf, maar als ze de vraag gesteld wordt of ze weer zouden kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap, dan zou 87% gewoon weer kiezen voor het ondernemerschap. Dit en meer blijkt uit onderzoek van Panteia/EIM en het Ministerie van SZW onder 3000 zzp’ers.

Het wordt allemaal wat zwaarder
De omzetrealisatie door zzp’ers is sinds 2010 weinig veranderd. Ruim de helft realiseert een omzet tot 50.000 euro en 33% een omzet tot 25.000 euro. Bijna 1 op 3 heeft een gemiddeld netto maandinkomen van minder dan 1.250 euro. 1 op 5 verdient meer dan 3.000 euro per maand. Toch geven de ondervraagde zzp’ers aan dat zij op verschillende fronten moeten inbinden. Om de omzet en het inkomensniveau op vergelijkbaar peil te houden moeten de zzp’ers in 2012 meer uren besteden in hun bedrijf. Bijna een op de drie ondernemers van eenpersoonsbedrijven besteedt gemiddeld meer dan 40 uur per week in het bedrijf. Naast het persoonlijk inkomen wordt de financiële positie van zzp’ers ook bepaald door gezinsinkomen en andere inkomstenbronnen (bijvoorbeeld inkomsten uit vermogen). Bijna de helft kan niet meer in het levensonderhoud voorzien als het inkomen uit de onderneming geheel zou wegvallen.

Minder geld opzij voor ‘de oude dag’ en sociale verzekeringen
Door de zwaardere omstandigheden komt ook de sociale zekerheid en de pensioenvoorziening onder druk te staan. Het aandeel zelfstandigen dat verzekerd is tegen arbeidsongeschiktheid is gedaald van 38% naar 33% in 2012. Verzekering tegen arbeidsongeschiktheid hangt sterk samen met inkomensniveau. Hoe hoger het inkomen hoe vaker zzp’ers verzekeringspremies afdragen tegen inkomensrisico’s. Dit jaar zijn zzp’ers minder goed in staat gebleken om inkomen te reserveren voor hun oude dag. In 2011 spaarde de helft van de zzp’ers voor hun pensioen, terwijl dat nu 47% is. Ook is het aandeel van het inkomen dat opzij wordt gezet voor de oude dag kleiner (nu gemiddeld 5,3% tegenover 6,5% vorig jaar). 

Bron
Panteia/EIM en het Ministerie van SZW
Geplaatst op 19 december 2012