Schijnzelfstandigheid voorkomen, wet DBA en VBAR

Vanaf 1 januari 2025 is de belastingdienst weer gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Wat betekent dit voor jou als zzp'er? En wat houdt deze Wet DBA eigenlijk in? Ook is er een nieuw wetsvoorstel de VBAR. ZZP Nederland geeft graag duidelijkheid over al deze onderwerpen. 

Hoe kan jij schijnzelfstandig voorkomen als zzp'er? Lees de whitepaper 'schijnzelfstandigheid voorkomen'.
Lees alles over de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties. Wat houdt de wet (op hoofdlijnen) in en waarom is de wet relevant voor jou als zzp'er?
Het wetsvoorstel VBAR zal grote impact hebben op jou als zzp'er. Benieuwd wat de status van deze wet is en wat deze precies inhoudt? Lees dan gauw verder.
ZZP Nederland houdt achterbanraadplegingen en geeft (on)gevraagd advies aan relevante instanties. Lees meer over onze standpunten en acties.
De Raad van State heeft in een uitgebreid rapport de vinger op de zere plek gelegd inzake het wetsvoorstel VBAR.
Raad van State
ZZP Nederland organiseerde op 31 Oktober 2024 het webinar 'Schijnzelfstandigheid voorkomen'. Het webinar is nu terug te kijken.
Samenwerkende, lachende collega's
Download ons veelgeprezen whitepaper Schijnzelfstandigheid voorkomen boordevol informatie en voorbeelden,
Whitepaper schijnzelfstandigheid

Meestgestelde vragen rondom schijnzelfstandigheid

Op de ondernemersdesk krijgen wij regelmatig vragen rondom het onderwerp schijnzelfstandigheid en de Wet DBA. Je vindt deze vragen en bijbehorende antwoorden hieronder!

De Wet DBA zorgde in 2016 voor de afschaffing van de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie). Dit zorgde voor een enorme onrust onder opdrachtgevers, aangezien zij nu mede verantwoordelijk waren voor de juistheid van de arbeidsrelatie (opdracht of dienstbetrekking). Dit leidde eind 2016 tot de instelling van een stop op de handhaving. Deze stop vervalt per 1-1-2025. De overheid vindt het namelijk ongewenst dat bepaalde zzp'ers wordt gedwongen in het zzp-schap. Wat daarnaast waarschijnlijk ook meespeelt is steeds groter wordende groep zzp'ers die nu geen sociale premies betaalt. ZZP Nederland vindt dit laatste argument overigens niet terecht omdat deze groep zzp'ers ook geen gebruik maakt van deze sociale voorzieningen.

Ja. De klus is leidend. Het tarief, dan wel de winst is niet van belang in de beoordeling.

In de VBAR (Verduidelijking ArbeidsRelatie en Rechtsvermoeden), een nieuw wetsvoorstel die naar verwachting in 2026 in gaat, staat onder het kopje Rechtsvermoeden een tarief van 33 euro genoemd. Onder dit tarief wordt betwijfeld of je als zelfstandige wel voldoende verdient om de kosten van levensonderhoud te betalen, maar ook of je de ondernemersrisico’s (arbeidsongeschiktheid, aansprakelijkheid, buffer etc.) kunt afdekken. Onder dit tarief krijgt de werkende het recht om werknemerschap op te eisen. Enkele moties in de Tweede Kamer riepen op om de handhaving te beperken tot eenieder die onder dit tarief werkt.

Nee, indien je in loondienst gaat bij een bureau, dan ben je werknemer voor de vaste uren die je voor dit bureau werkt. Let wel, je bent dus geen ondernemer meer maar in loondienst. 

Voor een goed inzicht in de factoren waarop de Belastingdienst beoordeelt, verwijzen we je graag naar ons Whitepaper. Hierin staat het uitvoerig toegelicht. De 9 indicaties zijn: 

  1. Is er sprake van een gezagsverhouding
  2. De aard en duur van de werkzaamheden
  3. De wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden
    bepaald
  4. De inbedding van het werk
  5. Het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk
    uit te voeren
  6. De wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding
    van partijen tot stand is gekomen
  7. De wijze waarop de beloning wordt bepaald en uitgekeerd en de
    hoogte van de beloning
  8. Loop je als ondernemer commercieel risico
  9. Of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch
    verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen

De 9 indicaties uit het Deliveroo-arrest (zie vorig antwoord of onze Whitepaper) wegen in theorie even zwaar en moeten allemaal gelijkwaardig worden meegewogen in de beoordeling. In de praktijk blijkt echter dat het werken onder gezag en het ontvangen van instructies over het jij de klus moet uitvoeren het zwaarst weegt.

De inbedding van werkzaamheden is een aspect bij het bepalen of iemand echt als zelfstandige werk of in een loondienstverband. Een zelfstandige ondernemer is vaak niet structureel onderdeel van het bedrijf van de opdrachtgever, werkt met eigen middelen, en heeft de vrijheid om voor meerdere opdrachtgevers te werken. Bij een loondienstverband is er sprake van nauwe betrokkenheid bij de dagelijkse gang van zaken, vaak met gebruik van de middelen van de opdrachtgever en weinig tot geen autonomie over hoe het werk wordt uitgevoerd. Als werkzaamheden reeds worden uitgevoerd door mensen in loondienst wijst dit al snel op inbedding van de werkzaamheden binnen de organisatie. Hoe meer de werkzaamheden zijn ingebed in de organisatie van de opdrachtgever, hoe groter de kans dat er sprake is van een loondienstverband. 

De Belastingdienst kijkt in de handhaving dwars door de rechtsvorm heen. De klus is leidend, de rechtsvorm heeft geen belang. Als je in dienst bent van een bv die juridisch gezien eigendom is van een ander (ook al ontvang jij nagenoeg de hele winst van de bv) dan loop je geen risico. Je bent immers al in loondienst van de bv en wordt gedetacheerd bij een opdrachtgever. 

Ben je zelf eigenaar van de bv en voer jij zelfstandig een klus uit bij een opdrachtgever? Dan loop je hetzelfde risico als eenmanszaak. Laat je de klus door medewerkers in loondienst bij jouw bv uitvoeren? Dan kan er nooit sprake zijn van schijnzelfstandigheid. 

Nee, niet voor jou. Het is wel mogelijk om de persoon die bij jou in loondienst is te detacheren.

De rechtsvorm speelt geen rol in de handhaving. De klus is leidend.

Ook het tarief is geen factor in de handhaving. Enkel als je een klus doet waar je geen enkele betaling voor ontvangt, ben je uitgesloten van handhaving. Immers het arbeidsrecht hanteert 3 criteria: Gezag, Persoonlijke arbeid en beloning. Is er van 1 van de 3 geen sprake dan vervalt loondienst. In de nieuwe wet VBAR zou dit aspect wel van belang kunnen zijn (onder de noemer rechtsvermoeden) echter hier is dus (voorlopig) nog geen sprake van. Als deze nieuwe wet in gaat zou een minimum tarief van € 33 kunnen gaan gelden. Vooruitlopend op de zaken zou je er in dat geval verstandig aan doen om op te nemen in de Overeenkomst van Opdracht dat je een kortingstarief hanteert voor de specifieke klus, bijvoorbeeld in het kader van MVO. 

De handhaving arbeidsrelaties van de Belastingdienst heeft geen betrekking op buitenlandse bedrijven. Buitenlandse opdrachtgevers worden dus niet gecontroleerd. Als opdrachtnemer val je wel onder de fiscale toetsing van de Belastingdienst inzake het ondernemerschap voor inkomstenbelasting en btw.

In het geval dat geconstateerd wordt dat opdrachtgever en opdrachtnemer aantoonbaar hun best hebben gedaan om zaken conform de wet te regelen, maar desondanks het oordeel is dat het niet geheel correct is, kan de inspecteur van de Belastingdienst een aanwijzing geven om zaken te corrigeren. In dat geval kan de boete en de naheffing nog achterwege blijven. Een en ander is geen wetmatigheid, maar zal per geval worden beoordeeld.

Als je de klus al hebt gefactureerd en de factuur is ook voldaan, maar de gehele klus wordt achteraf als dienstbetrekking beoordeeld dan heb je dus ten onrechte btw berekend. Dit kan je in je volgende aangifte corrigeren door het teruggevraagde btw bedrag af te trekken van je nieuwe aangifte (lager gefactureerde btw of aftrekken van het voorheffingsbedrag).

De volledige vraagstelling was: 

Een consequentie is dat je loonbelasting alsnog moet betalen, maar die betaal je toch sowieso al als zzp'er? En hoe bepalen ze dan het loon? Is dat wat gebruikelijk is in de organisatie of wat ze je hebben betaald als 'zzp'er'? 

De loonheffing die de Belastingdienst kan naheffen, bestaat uit vier componenten: loonbelasting, premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet. Uitgangspunt is dat je ‘oude’  uurtarief gezien wordt als uurloon.

Twee van deze vier kan degene die moet inhouden (opdrachtgever, die is inmiddels werkgever), verhalen op de zelfstandige (is nu werknemer), namelijk loonbelasting en premies volksverzekeringen (de loonbelasting brengt de opdrachtnemer dan weer als voorheffing in mindering op de te betalen inkomstenbelasting).

De premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage mogen niet worden verhaald. Sterker nog, er staat in artikel 20 van de Wet financiering sociale verzekeringen (WFSV), een verhaalverbod.

Jazeker, de wijze waarop je de overeenkomst aangaat (projectbedrag of uren) zijn niet doorslaggevend in de beoordeling. Zie onze Whitepaper.

Ja, dat kan. In de beoordeling kijkt de Belastingdienst wel dwars door de rechtsvorm heen dus het is verder geen 'oplossing'. 

Als u enkel voor particulieren werkt en niet valt onder de definitie van huishoudelijke hulp dan valt u niet onder de handhaving arbeidsrelaties.

Uit de Webmodule:

Na de vraag: Bent u een particuliere opdrachtgever? Volgt enkel onderstaand de verduidelijkingsvraag:

Hebben de werkzaamheden betrekking op huishoudelijke hulp?

  • Met huishoudelijke hulp wordt bijvoorbeeld schoonmaakhulp, zorg aan leden van uw huishouden of kinderopvang bij u thuis bedoeld.
  • Andere werkzaamheden die worden uitgevoerd in uw privésfeer, zoals werkzaamheden om of aan uw huis, of een optreden van een artiest, vallen niet onder huishoudelijke hulp
  • Ja, de werkzaamheden hebben betrekking op huishoudelijke hulp (verlenen van zorg of kinderopvang bij u thuis, e.d.)
  • Nee, de werkzaamheden hebben geen betrekking op huishoudelijke hulp

Als je enkel voor particulieren werkt en niet valt onder de definitie van huishoudelijke hulp dan val je niet onder de handhaving arbeidsrelaties. 

Uit de Webmodule:

Na de vraag: Bent u een particuliere opdrachtgever? Volgt enkel onderstaand de verduidelijkingsvraag:

Hebben de werkzaamheden betrekking op huishoudelijke hulp?

  • Met huishoudelijke hulp wordt bijvoorbeeld schoonmaakhulp, zorg aan leden van uw huishouden of kinderopvang bij u thuis bedoeld.
  • Andere werkzaamheden die worden uitgevoerd in uw privésfeer, zoals werkzaamheden om of aan uw huis, of een optreden van een artiest, vallen niet onder huishoudelijke hulp
  • Ja, de werkzaamheden hebben betrekking op huishoudelijke hulp (verlenen van zorg of kinderopvang bij u thuis, e.d.)
  • Nee, de werkzaamheden hebben geen betrekking op huishoudelijke hulp

Je hebt dan niet automatisch een arbeidsrechtelijk probleem (Wet DBA). Mogelijk wel een fiscaal probleem. Doe hiervoor de OndernemersCheck bij de Belastingdienst. De gevolgen hiervan kunnen zijn dat je geen gebruik kunt maken van fiscale regelingen zoals zelfstandigenaftrek, startersaftrek etc. Hier lees je er alles over.

Een opdrachtgever kan vele jaren klant van jou zijn, als de opdrachten die worden verstrekt maar beoordeeld worden als een echte opdracht voor een zelfstandig ondernemer. Denk hierbij aan specifieke opdrachten met een kop en een staart. Als je jarenlang werkt op basis van uren voor dezelfde opdrachtgever is de kans reëel dat dit wel wordt beoordeeld als dienstbetrekking.

Dat kan het geval zijn. In de handhaving arbeidsrelaties wordt puur (holistisch) arbeidsrechtelijk getoetst, terwijl er fiscaal wordt getoetst of je ondernemer bent voor de inkomstenbelasting en de btw. Deze twee toetsingen staan los van elkaar. Doe voor de fiscale toetsing de OndernemersCheck. Lees meer over wanneer de Belastingdienst je als ondernemer ziet (fiscaal gezien) op deze pagina

Jazeker, zolang je maar aan de voorwaarden voldoet, hetgeen betekent dat de klus die je uitvoert aan te merken is als een ondernemersopdracht. Zie voor meer informatie onze Whitepaper.

De Belastingdienst beschouwt opdrachten die nadrukkelijk te maken hebben met ‘capaciteit’ en met ‘piek en ziek’ al snel als niet passend bij een zzp-overeenkomst. Immers je vervangt een werknemer, dan wel je fungeert als ‘extra handjes’ bij drukte op een afdeling. Als je van jouw opdracht niet een specifiek project kan maken met een eigen te behalen uniek resultaat, zal jouw opdracht naar verwachting als werken onder dienstbetrekking gezien worden. Dit is dus meteen de tip die we je meegeven. Vervang je iemand? Zorg dan dat je de opdracht specifiek maakt, met een kop en een staart en een uniek resultaat.

Niet: vervang de marketeer voor 4 maanden.

Wel: Verzorg tussen maart en juni een campagne rondom SEO met de volgende KPI's: organisch zoekresultaat bepaalde pagina in top 3, aantal clicks + 15%, verhoging conversie afsluitpagina +5%.

Indien je werkt via detachering ben je in feite in loondienst bij een detacheringsbureau en val je niet onder de handhaving. Er is immers geen sprake (meer) van een ondernemersopdracht. LET OP: je bent dus geen ondernemer meer (en kunt dus geen gebruik maken van ondernemersfaciliteiten zoals aftrekposten en fiscale regelingen). 

De Belastingdienst beschouwt opdrachten die nadrukkelijk te maken hebben met ‘capaciteit’ en met ‘piek en ziek’ al snel als niet passend bij een zzp-overeenkomst. Immers je vervangt een werknemer, dan wel je fungeert als ‘extra handjes’ bij drukte op een afdeling. Dus ook in de zorg is het van belang, zeker bij intramurale zorg, dat je kan aantonen dat jouw opdracht een specifiek project betreft met een eigen te behalen uniek resultaat. Het door de brancheorganisaties opgestelde Fiscaal Kompas geeft uitgebreide instructies hoe dit mogelijk is. 

In een declarabele uren bv opereer je als werknemer in een bv die juridisch eigendom is van een derde, maar waar jij loon ontvangt en winstdeling. De exacte afspraken hierover maak je zelf. Je bent dan dus formeel geen ondernemer, waardoor je automatisch ook niet onder de handhaving Wet DBA valt. Je hebt uiteraard geen recht meer op zelfstandigen- of startersaftrek en de MKB winstvrijstelling. Je bent dus echt in loondienst. 

De letters DBA staan voor Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. Middels deze wet worden alle regels (de VAR) die golden tot de Wet DBA inging voor de beoordeling van een arbeidsrelatie afgeschaft. Met andere woorden het Burgerlijk Wetboek werd weer van toepassing. De VBAR staat voor Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelatie en Rechtsvermoeden. Het eerste deel, de VBA, moet dus extra duidelijkheid verschaffen over de feitelijke beoordeling Dienstbetrekking of Ondernemersopdracht. Het 2e deel, Rechtsvermoeden, beschrijft het recht dat een werkende moet gaan krijgen om werknemerschap op te eisen. Voorwaarde hiervoor is wel dat de werkenden als zelfstandige minder betaald krijgt dan 33 euro per uur. De VBAR is momenteel nog een wetsvoorstel en is nog niet in werking. Op zijn vroegst zal de wet in 2026 in werking treden echter bestaat ook nog steeds de mogelijk dat de wet niet wordt aangenomen. 

Bovenaan deze pagina vind je twee tegels waar je op kunt klikken voor uitgebreide informatie rondom beide wetten.

Nee, de beoordeling geschiedt altijd achteraf. De praktijk is leidend. Partijen kunnen dit dus vooraf nooit garanderen. 

Jazeker kan dit, mits al deze opdrachten maar voldoen aan de criteria voor zelfstandig ondernemerschap. Dit houdt in dat ze allemaal specifiek zijn met een kop en staart, zie onze Whitepaper voor een uitgebreide toelichting hoe je opdrachten kan laten voldoen aan de criteria voor zelfstandig ondernemerschap. 

De vraag is of er sprake is van zuivere bemiddeling of van tussenkomst, maar ook hier is de opdracht maatgevend. Als de feitelijk opdracht de kenmerken van een dienstbetrekking heeft, is er geen sprake van een ondernemersopdracht. De kans bestaat verder dat je bemiddelaar wordt gezien als werkgever. 

De KOR is enkel bedoeld voor ondernemers met een omzet lager dan 20.000 euro per jaar en heeft daarnaast enkel betrekking op de verplichting btw te berekenen en af te dragen. Kortom, ook al val je onder de KOR-regeling, je opdracht zal moeten voldoen aan de criteria voor zelfstandig ondernemerschap.

Als je met jouw activiteiten deelneemt aan het economisch verkeer en winst kunt verwachten, is er sprake van een bron van inkomen. Dan ben je mogelijk ondernemer voor de inkomstenbelasting. Deelname aan het economisch verkeer wil zeggen dat je tegen vergoeding activiteiten verricht buiten de privésfeer. Je doet er verstandig aan om zaken te regelen als juiste verzekeringen, een buffer, pensioen te regelen, gebruik te maken van eigen middelen etc. Zie onze whitepaper voor meer informatie. 

In de weging speelt de plicht tot het persoonlijk moeten uitvoeren van de opdracht mee (zie Whitepaper), maar geldt het niet als het zwaarste criterium. Werken onder aantoonbaar gezag zal je opdracht als dienstbetrekking classificeren, ook al kan je je laten vervangen.

Het korte antwoord is ja. In publicaties van de Belastingdienst wordt niet gesproken dat ondernemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt worden vrijgesteld van handhaving. Wel is het bekend dat de Belastingdienst gaat werken met een automatische detectiemodule. Het is niet ondenkbaar dat in deze module AOW-gerechtigden worden uitgesloten maar dit is dus (nog) niet uitgesproken door de belastingdienst. Wél is het zo dat wanneer bij een organisatie schijnzelfstandigheid wordt gesignaleerd, en je werkt bij die organisatie de kans groot is dat ook jouw opdracht wordt beoordeeld als dienstbetrekking. Kortom, onze verwachting is dat AOW'ers geen prioriteit hebben voor de belastingdienst maar dus wel als 'bijvangst' met dezelfde consequenties geconfronteerd kunnen worden.  

Ja, dit kan het geval zijn. Wanneer dienstbetrekking wordt geconstateerd geldt het arbeidsrecht (in de volle breedte). Dit bekent ook dat de zogeheten 'ketenbepaling' van toepassing is. Arbeidsovereenkomsten die elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd worden meegeteld in de keten. Na 36 maanden of na drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Indien een dienstbetrekking wordt geconstateerd heeft dat dus arbeidsrechtelijk gevolgen zoals (maar niet gelimiteerd tot): 

  • onbetaalde verlofvormen (bijvoorbeeld onbetaald ouderschapsverlof);
  • toepassing van collectieve arbeidsvoorwaarden in brede zin (dus niet alleen het loon);
  • het recht op gelijke beloning voor gelijke arbeid;
  • het recht op vakantietoeslag;
  • toepasselijkheid van interne bedrijfsreglementen;
  • schade ontstaan in de uitvoering van de werkzaamheden komt in beginsel voor rekening en risico van de werkgever;

Voorts ontstaan er dan ook bepaalde plichten, zoals:

  • re-integratieverplichtingen bij arbeidsongeschiktheid;
  • het moeten nakomen van interne regels en voorschriften (te denken is aan de werktijden en werklocatie);
  • persoonlijk arbeid verrichten;
  • het nakomen van voorschriften over het verrichten van de werkzaamheden (een werknemer staat immers onder gezag).