Nieuwe zzp-wetgeving blijkt moeilijke opgave voor kabinet

ZZP Nederland op de bres voor vrije ondernemerschap

In zijn laatste brief aan de Tweede Kamer over de voortgang in de vervanging van de Wet DBA, erkent minister Wouter Koolmees, dat de uitvoering van de maatregelen in het Regeerakkoord geen gemakkelijke opgave is. Na de zomer volgt een tweede overleg met organisaties uit het werkveld. Het is nu al duidelijk, dat er meer tijd nodig is om tot effectieve en uitvoerbare wetgeving te komen. Stichting ZZP Nederland blijft zich inzetten voor het belang van echte ondernemers en het vrije ondernemerschap. Dat staat in de brief (pdf), die ZZP Nederland en PZO aan minister Koolmees zonden.

Standpunten

In de aanloop naar het brede overleg na de zomer heeft Stichting ZZP Nederland onderstaande standpunten naar voren gebracht:

1. Zelfstandige ondernemers mogen geen last hebben van wetgeving, die is bedoeld om schijnconstructies tegen te gaan, waar slechts een klein deel mee te maken heeft.
2. De maatregel uit het Regeerakkoord van een minimum uurtarief gaat op deze manier niet werken en zal dan ook niet effectief zijn om schijnconstructies te bestrijden. Het is beter om onderscheid te maken op basis van de hoogte van de jaarlijkse winst.
3. Werkenden, die in de afgelopen (crisis)jaren noodgedwongen zelfstandig zijn geworden, verkeren nu soms in een moeilijke positie met  een te laag inkomen en geen reserves. Vaak is er sprake van een schijnconstructie en de afhankelijkheid van een opdrachtgever. Het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid van alle partijen om deze mensen perspectief te bieden op de arbeidsmarkt.
4. Zelfstandige ondernemers kunnen zichzelf redden en regelen hun eigen zaken. Daarbij passen geen opgelegde verplichtingen. Wel hebben zij ruimte nodig om op hun eigen wijze hun inkomensrisico’s af te dekken
5. De positie van zelfstandige ondernemers moet in de wet worden geregeld door middel van de ondernemersovereenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.