Maximeren zzp’ers in de zorg niet de oplossing
In een artikel in Zorgvisie van 28 juni 2023 zegt Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) te overwegen een maximumnorm in te stellen voor het aantal zzp’ers. Een voorstel dat door Stichting ZZP Nederland en SoloPartners met ongeloof is ontvangen. Met name omdat vanuit VWS tot op heden geen enkel signaal is ontvangen dat er serieus wordt nagedacht over de invoering van (een van de) aanvullende maatregelen. Dergelijke maatregelen zijn genoemd in de Kamerbrief van SZW van 2 juni jongstleden over de Voortgang PNIL-werkprogramma die door minister Helder mede is ondertekend. VWS gaf aan dat ze in die maatregelingen de oplossing niet in zien.
De aanvullende maatregelen betreffen de structurering van de open norm ‘werken in dienst van’. Hiervoor worden drie hoofdelementen benoemd: materiële ondergeschiktheid (toezicht, instructies etc.), de organisatorische inbedding van het werk, en – als contra-indicatie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst – zelfstandig ondernemerschap binnen de betreffende arbeidsrelatie.
Geen keurslijf
Minister Helder zegt in het interview te denken aan een maximumpercentage van 10 of 20 procent zzp’ers in een zorgorganisatie. Stichting ZZP Nederland heeft reeds eerder aangegeven dat een verplichting om minder zzp’ers in te zetten geen oplossing biedt. Frank Alfrink, voorzitter Stichting ZZP Nederland; “Onderzoek heeft reeds uitgewezen dat zzp’ers in de zorg eerder uit het beroep zullen stappen, dan terug te willen in het keurslijf van werknemerschap. Daar ligt het probleem, werknemerschap moet aantrekkelijker worden gemaakt”.
Het onderzoek dat VWS samen met SZW nu doet naar een maximumnorm zal naar verwachting geen andere resultaten opleveren. Ook opdrachtgevers zullen niet blij zijn met het voornemen. Er is immers niet direct een alternatief voorhanden voor het capaciteitstekort dat ontstaat door een maximum te stellen aan het aantal zzp’ers in een organisatie. Loe van Erp, directeur SoloPartners: “Nu al geeft 55 % van de zzp’ers aan een baan buiten de zorg te gaan zoeken als ze niet meer als zzp’er kunnen werken. Dat percentage zal naar verwachting alleen maar stijgen.”
Dat kans dat het voornemen van de minister ook daadwerkelijk wordt omgezet in beleid, lijkt dan ook niet erg groot. Maar dat de minister blijkbaar speelt met het idee, is op zichzelf reden genoeg voor zorg. Zzp’ers worden blijkbaar nog steeds gezien als het probleem en niet (deel van) de oplossing.
Aanspreekpunt
Dat werkgevers nu bespreken dat vaste medewerkers eerste keus krijgen bij het invullen van de diensten daar heeft Stichting ZZP Nederland geen moeite mee. Alfrink: “Geef je werknemers 1e keus en huur in voor wat er nog resteert aan diensten”. In het interview met Zorgvisie haalt de minister het argument aan dat een vast aanspreekpunt voor cliënten belangrijk is, wat bij zzp’ers een probleem wordt. Alfrink vindt dit pertinent onjuist. “Juist omdat cliënten een vast aanspreekpunt willen, werken ze met zelfstandigen of zelfstandige teams. Via een instelling krijgen ze om de dag een nieuw gezicht die in de overdracht niet op de hoogte is van lopende afspraken.”
Vervolg
Stichting ZZP Nederland en SoloPartners, samen vertegenwoordigen zij bijna 50.000 zelfstandige zorgprofessionals, gaan in gesprek met het ministerie om hun standpunten duidelijk te maken. Een verplichting om met een maximaal aantal zzp’ers te mogen werken is geen oplossing, maar zal zorgorganisaties in de problemen brengen om aan hun zorgplicht te voldoen en zzp’ers verder uit het zorgberoep drukken.