Gunstige fiscale wijzigingen in 2023 voor lijfrente
Lijfrente opbouwen biedt jou als ondernemer een fiscaal gunstige mogelijkheid om aanvullend pensioen op te bouwen. Dit jaar wordt het nóg een stukje interessanter. Want dit jaar zijn er een paar belangrijke fiscale wijzigingen bij de opbouw van het lijfrentekapitaal.
De achtergrond van de wijzigingen is dat er harmonisatie, gelijktrekking, plaatsvindt tussen de twee laatste pijlers van ons pensioenstelsel.
Nog even de drie pijlers samengevat
Nog even samenvatten wat die drie pijlers zijn: Het Nederlandse systeem van oudedagsvoorzieningen en pensioenen kent naast de AOW (eerste pijler) en pensioenopbouw via de werkgever (tweede pijler) de mogelijkheid om aanvullend pensioen op te bouwen in privé (derde pijler). Dit kan bijvoorbeeld door middel van een lijfrenteverzekering of een bankspaarproduct.
Veruit de meeste Nederlanders (ongeveer 85%) bouwen pensioen op via de tweede pijler, veel minder via de derde pijler. Voor de pensioenopbouw in de tweede en derde pijler gelden andere wettelijke regels. Deze regels gaan echter wijzigen door de beoogde invoering van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) per 1 juli 2023. Die Wet zal dan met terugwerkende kracht – vanaf 1 januari 2023 – te benutten zijn.
Eerste belangrijke wijziging, meer geld kunnen storten
De nieuwe wet- en regelgeving voor de toekomstige pensioenopbouw heeft vooral flink wat gevolgen voor de pensioenopbouw in de derde pijler, het aanvullend pensioen met lijfrente. Met 1 juli 2023 als waarschijnlijke ingangsdatum, ontstaat er een substantiële verruiming door de gelijktrekking van de fiscale behandeling van het pensioen in de tweede én derde pijler. De maximale lijfrente-aftrek gaat van 13,3% van de premiegrondslag naar 30%: meer dan een verdubbeling. Dit betekent dus een aanzienlijke verhoging van het bedrag dat je jaarlijks fiscaal vriendelijk in je aanvullende pensioenpot kunt storten. Waardoor je zeer waarschijnlijk later ook een hogere uitkering tegemoet kunt zien.
Tweede wijziging, uniformering van de franchise
De nieuwe premiegrondslag – de AOW-franchise waarover geen pensioen kan worden opgebouwd – in de derde pijler is de tweede belangrijke wijziging. Want die wijzigt naar dezelfde franchise als bij het tweede pijler pensioen: van bijna € 13.000 naar bijna € 15.000.
Derde wijziging, jaarruimte verruimd en langere periode benutten jaarruimte
Ieder jaar mag je pensioen opbouwen. Heb je vorig jaar te weinig pensioen opgebouwd, dan is er sprake van een pensioengat en ontstaat er jaarruimte. Dit is de ruimte waarbinnen je belastingvriendelijk je pensioen mag aanvullen. Belastingvriendelijk, omdat je het bedrag dat je op de pensioenrekening inlegt in aftrek mag brengen op de inkomstenbelasting. Over de ingelegde bedragen betaal je dan geen vermogensbelasting. De maximale jaarruimte wordt onder de nieuwe wet fors verruimd: van zo’n € 13.500 naar ruim € 30.000.
Daarnaast wordt er een langere periode voor het benutten van de jaarruimte ingevoerd. Nu stopt die mogelijkheid nog als de AOW start. Het wordt straks ook mogelijk in de vijf jaren vanaf AOW. Er is dan vijf jaar langer de mogelijkheid om de jaarruimte te benutten. Heel interessant voor degenen (waaronder zzp’ers) die niet stoppen met werken als ze de AOW-datum bereikt hebben.
Vierde wijziging, de revisieruimte wordt fors verruimd
Ook wordt de mogelijkheid om onbenutte fiscale ruimte uit eerdere jaren in te halen, de zogeheten revisieruimte (ook wel inhaalruimte genoemd), flink verruimd. In een gegeven jaar mag tot € 38.000 gemiste ruimte uit eerdere jaren worden gebruikt. Nu is dat € 7.500, of bijna € 15.000 vanaf tien jaar voor de AOW-datum. Pensioenspaarders mogen hierbij straks bovendien tot tien jaar terugkijken, in plaats van nu zeven jaar. Dit is voor veel zzp’ers (met wisselende omzetten) interessant, omdat je na magere jaren in betere jaren voor een langere periode de onbenutte jaarruimten alsnog kunt gebruiken.
Conclusie
Ondanks deze belangrijke gelijktrekkingen, blijven er ook na de invoering van de Wtp wel wat verschillen tussen pensioenopbouw in de tweede en derde pijler bestaan. Hierbij valt te denken aan de toegelaten (pensioen)uitvoerders of bijvoorbeeld de wijze van nabestaandendekking. Maar de aangekondigde gelijktrekking van de fiscale behandeling van de tweede en derde pijler is voor veel ondernemers en zzp’ers heel interessant. Dit komt vooral door een uitbreiding van de jaarruimte en inhaalruimte in de derde pijler. Door de keuze van de wetgever voor een zogeheten arbeidsvormneutraal pensioen, krijgen nu niet alleen werknemers maar ook dus ondernemers en zzp’ers meer ruimte om via een bankspaarproduct, lijfrente of een PEPP (pan-Europese pensioenproduct) voor de oude dag te sparen. De derde pijler kan hierdoor een goed alternatief vormen voor de tweede pijler.
Wel nog een voorbehoud. Omdat deze wet politiek gevoelig ligt, kunnen we een (verder) uitstel van deze wet niet helemaal uitsluiten. Wel lijkt er consensus dat de hierboven genoemde wijzigingen in ieder geval doorgang moeten vinden.
Complexe materie voor jou?
Het is wel belangrijk om er als ondernemer nu even tijd voor te maken. De medewerkers van JOUW Lijfrente helpen je graag op weg. Neem direct contact op via 020 – 638 82 26 of kijk op onze website.
ZZP Nederland heeft ook nog meer algemene informatie over pensioen.