Nu zelfstandig, later zelfstandig. Hoe kun je geld opzijzetten voor later?
De AOW-uitkering is het basisinkomen voor ouderen. In de meeste gevallen is de uitkering beduidend lager dan het inkomen dat je als zelfstandige verdiende. Om deze terugval in inkomen zoveel mogelijk op te vangen, is het raadzaam een reservevermogen op te bouwen, waaruit je een aanvulling op de AOW kunt financieren. Als je geen geld opzijzet voor later, dan ben je later misschien wel afhankelijk van alleen de AOW en dat is geen vetpot.
Hoeveel denk je later nodig te hebben
Een veel gebruikte norm is, dat de AOW-uitkering kan worden aangevuld tot 70% van je gemiddelde inkomen. Uiteindelijk bepaal je zelf aan de hand van je huidige inkomen wat wenselijk en wat haalbaar is. Een aantal zzp’ers heeft in een vorig leven als werknemer waarschijnlijk pensioen opgebouwd. Op mijnpensioenoverzicht.nl staat hoeveel dat is. Aan de hand daarvan kun je bepalen hoeveel geld je jaarlijks opzij wilt zetten voor later.
Mensen met een hoger inkomen hebben later een grotere inkomensterugval dan mensen met een lager inkomen. Lagere inkomens hoeven minder geld opzij te zetten om in de toekomst de AOW-uitkering aan te vullen, omdat het gat tussen hun gemiddeld inkomen en de AOW-uitkering kleiner is. Het is wel aan te bevelen om jaarlijks een bedrag opzij te zetten, hoe klein ook. Door de aangroei over een langere periode kan er toch een welkome aanvulling op de AOW worden opgespaard.
Geld in je onderneming
Wie denkt dat er bij beëindiging of verkoop van het bedrijf voldoende overblijft als aanvulling op de AOW, kan weleens bedrogen uitkomen. De waarde van de onderneming in de toekomst is moeilijk in te schatten. Of er dan vermogen is opgebouwd of dat er dan juist schulden zijn, is op voorhand niet te zeggen. Dat zorgt voor een zeer onzekere situatie op latere leeftijd.
Geld in eigen woning
Aflossen van de hypotheek is altijd goed en zorgt voor lagere woonlasten in de toekomst. Je kunt de waarde van de woning echter niet beschouwen als appeltje voor de dorst, want je moet toch ergens wonen. Lagere woonlasten is mooi meegenomen maar kan niet worden gezien als aanvulling op de AOW. Wel is hierdoor minder geld nodig om op zij te zetten voor later.
Geld op de spaarrekening (box 3)
Je kunt geld sparen op een spaarrekening en zo een vermogen opbouwen voor later. Je mag dit vermogen voor elk doel gebruiken en opnemen wanneer je wilt. Je betaalt echter wel elk jaar vermogensbelasting en de rente is te laag om van enig rendement te kunnen spreken. In feite gaat je vermogen langzaam maar zeker achteruit in waarde. Bovendien is dit vermogen niet beschermd tegen beslagname of faillissement en is het opgenomen in de vermogenstoets van de bijstand.
Banksparen voor pensioen (box 1)
Je bepaalt zelf je jaarlijkse inleg, die (tot een bepaald maximum) onbelast is. Je betaalt later belasting over de uitkering. Je betaalt over dit vermogen geen vermogensbelasting. Je kunt het geld niet voor andere doeleinden gebruiken dan aanvullend pensioen. Opname van het geld is pas mogelijk vanaf de AOW-leeftijd. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van het gekozen aantal uitkeringsjaren. Met banksparen is een levenslange uitkering niet mogelijk, omdat dit geen verzekering is. Bij overlijden gaat het geld naar de nabestaanden.
Lijfrente
Lijfrente is een individuele pensioenverzekering met als doel een levenslange uitkering. Er geldt gedurende de looptijd een vastgestelde premie. Het vermogen wordt belegd, meestal op basis van met de jaren afnemend beleggingsrisico (lifecycle). Het doelkapitaal is afhankelijk van het rendement over de jaren. Een overlijdensrisicoverzekering is wenselijk, omdat er meestal geen nabestaandenuitkering is geregeld.
In de afgelopen jaren is de lijfrente verder ontwikkeld in de richting van zelfstandige ondernemers. Zo is het mogelijk om je eigen inleg te bepalen aan de hand van je inkomen. Tevens kan er collectief worden belegd, waardoor de kosten lager zijn en het te verwachten rendement hoger is. Men kan kiezen voor een levenslange uitkering (op verzekeringsbasis) of een tijdelijke uitkering, bijvoorbeeld in 10, 15 of 20 jaar. Bij overlijden gaat het vermogen naar de nabestaanden. Het saldo kan tevens worden opgenomen bij langdurige arbeidsongeschiktheid. Het pensioenvermogen is beschermd, zodat er geen beslag kan worden gelegd en het vermogen bij faillissement buiten schot blijft.
Fiscaal voordeel pensioenopbouw
Veel zzp’ers zijn niet goed op de hoogte met het fiscaal voordeel van pensioenopbouw. Dat blijkt uit recent onderzoek van ZZP Nederland. Stortingen voor pensioenopbouw zijn volledig aftrekbaar tot een bepaald maximum per jaar. Dat maximum noemt men de fiscale jaarruimte. Iedere boekhouder kent de formule om dit maximum te berekenen en op de site van de Belastingdienst staat een eenvoudige rekenwijzer. Meer informatie hierover is te vinden op de pagina van Wijzer in geldzaken.